COLUMN – Hoe komt de Formule 1 uit de coronacrisis? Dat is de grote vraag waar we pas een aantal maanden antwoord op krijgen. Staan er straks bijvoorbeeld nog tien teams op de startgrid?
De uitbraak van het coronavirus wordt over de hele wereld gevoeld. De pandemie heeft ervoor gezorgd dat mensen thuis zitten, vliegtuigen aan de grond staan en sportevenementen zijn uitgesteld of zelfs afgelast. In de Formule 1 werden de gevolgen van het virus goed duidelijk in Australië, toen de seizoensopener compleet in het water viel met chaotische taferelen tot gevolg.
Sindsdien ligt de Koningsklasse van de autosport stil. De eerste negen races van het seizoen gaan niet door en de fabrieken van de teams zijn verlaten. Ook zijn maatregelen genomen. De introductie van de nieuwe reglementen zijn uitgesteld van 2021 naar 2022 en de bolides van dit jaar zien we ook volgend jaar terug op de grid. Deze afspraken zijn gemaakt om teams financieel te steunen aangezien ze jaarlijks vele miljoenen spenderen om net die ene tiende van een seconde aan snelheid te vinden.
Wie denkt dat teams door dit soort maatregelen zijn gered heeft het mis. Tuurlijk scheelt het enorm in de kosten, maar hoe langer de huidige crisis duurt, hoe groter de gevolgen zullen zijn. Het Centraal Planbureau (CPB) verwacht vreest in Nederland een diepe recessie en een hoge werkloosheid door het coronavirus en deze situatie kunnen we wereldwijd verwachten. Ook in de Formule 1, want ondanks dat de F1 de verplichte zomerstop naar voren heeft gehaald, moeten personeelsleden gewoon betaald worden. Met andere woorden. Hoe langer het duurt voordat we weer gaan racen, hoe groter de kans dat we niet alle teams terugzien op de circuits.
Neem een team als Williams. Het team waar elke rijder in de jaren negentig voor wilde rijden. Al jaren heeft Williams het financieel zwaar. Het team kan niet strijden voor de podiumplaatsen en dat vertaald zich een lagere prijzenpot en minder sponsoren die staan te springen om grote bedragen te betalen wat zichtbaarheid op de wagens van het team. Het ooit grote Williams is één van de kleinste teams geworden met het laagste budget. Niet racen betekent niet dat zij geld besparen, maar juist geld kwijtraken. Sponsoren willen de reclame-uitingen terugzien en het geld wordt gespendeerd in de fabrieken en verdient op de baan.
David Richards, ooit teambaas van Benetton en later BAR en succesvol in de autosport met zijn bedrijf Prodrive is momenteel president van de Britse autosportorganisatie Motorsport UK en spreekt in gesprek met persbureau PA News Agency de vrees uit om teams te verliezen. De Brit zegt dat naast Williams, ook Racing Point het moeilijk kan krijgen. Richards roept de eigenaren van de F1 dan ook op om het voorbeeld van hun voorganger, Bernie Ecclestone te volgen en teams waar nodig financieel te steunen.
Ook in de lagere klassen kan de pandemie grote gevolgen hebben. Trever Carlin, eigenaar van Carlin in onder meer de F2, F3 en F4 zegt tegen insideracer dat ‘als auto’s niet rijden, dan hebben sponsoren geen reden om te betalen.’ Hij hoopt dan ook dat de crisis snel voorbij is. ‘Als het zes maanden duurt bestaat de kans dat het team niet meer bestaat.’
Het is dan ook te hopen dat het coronavirus snel voorbij is, dat teams financieel gezond en wij zelf en onze naasten gezond zijn en blijven. Dan kunnen we met z’n allen hopelijk weer snel genieten van die o zo mooie autosport.