Foto: Ed Carpenter Racing
Rinus van Kalmthout heeft op de laatste kwalificatiedag de derde tijd neergezet. De Nederlander, in de Verenigde Staten beter bekend als Veekay, liet enkel Dixon en Palou voor zich. Daarmee mag hij starten vanaf de eerste startrij.
In de Top 12-kwalificatie leek Veekay lang op weg naar de hoogste gemiddelde snelheid, maar hij gaf uiteindelijk net iets toe op oudgediende Scott Dixon. De Nederlander klokte 233.429: net iets langzamer dan de 233.510 van Dixon. Alex Palou klokte met een solide run de derde snelheid, 233.327. Marcus Ericsson, Ed Carpenter en Tony Kanaan waren de overige drie die de Fast Six completeerden.
Jimmie Johnson beleefde in de Top 12 een flink angstmomentje. De zevenvoudig NASCAR-kampioen verloor een klein beetje de achterkant, maar wist de auto net uit de muur te houden. Het resulteerde in een matige tijd en dus geen Fast Six-plaats voor de Amerikaan. Ook Romain Grosjean en Will Power raakten bijna de muur, maar kwamen beide met de schrik vrij.
Tony Kanaan mocht als eerste aan de bak en zette een solide run neer. De Braziliaan klokte uiteindelijk over vier ronden 232.372 mijl per uur neer: een prima begin van de sessie. Ed Carpenter was daarna aan de beurt. De teambaas van Rinus Veekay die de oval races rijdt zette meteen een 233.860 neer in zijn eerste ronde. Met een klein beetje verval klokte hij uiteindelijk sneller dan de Braziliaan: 233.080.
Oud F1-coureur Marcus Ericsson was de volgende in de rij. De Zweed klokte een snelle ronde, had wat verval in de overige rondes, maar sloot vlak achter Ed Carpenter aan met 232.764 gemiddeld. Regerend kampioen Alex Palou kwam na Ericsson het asfalt van de Indianapolis Motor Speedway op. De Spanjaard van Chip Ganassi Racing begon ijzersterk met 234.048. Daarna wel wat verval, maar met een 233.499 ging Palou naar de virtuele pole position.
Als een na laatste was Rinus van Kalmthout aan de beurt. De Nederlander had de mogelijkheid om de jongste polesitter ooit te worden en zette meteen een snelle eerste ronde neer: een 233.746. De tweede ronde had wel wat verval, maar met 0,3 mijl was het niet veel. Twee tienden van een mijl ging er in de derde ronde nog vanaf en ook in de vierde ronde ging er nog een kleine tiende vanaf. Daarmee was het de virtuele tweede tijd en dus een gegarandeerde plaats op de eerste startrij voor de Nederlander.
Enkel Scott Dixon moest toen nog het asfalt op. De Australiër begon met een flink hoge snelheid van 234.437. Daarmee leek de pole position voor de Chip Ganassi-rijder wel binnen. Zeker toen ook in ronde twee de snelheid nog boven de 234 mijl lag. De derde ronde was met een 233.859 ook nog ontzettend hoog en met een 233.726 sloot hij de run perfect af: 234.046 gemiddeld. Een bizarre prestatie van de Australiër en bemachtigde daarmee zijn vijfde Indy 500-pole position in handen.