Het waren rustige maanden voor Robin Frijns, die normaal gesproken nu middenin zijn DTM en Formule E-seizoen zou zitten. Door het coronavirus was zijn drukke agenda ineens leeg en zat hij thuis. En zijn vriendin laat in gesprek met de Telegraaf weten dat ze stiekem niet kan wachten tot hij weer het circuit op mag.
De DTM en de Formule E hebben inmiddels beide hun alternatieve kalender bekend gemaakt. Afgelopen week reed hij al enkele testdagen voor Audi in de DTM op de Nürnburgring, dus hij heeft alweer wat uurtjes in de auto doorgebracht. Maar in augustus leveren die nieuwe kalenders voor Frijns een behoorlijk drukke agenda op. Want, in drie weken tijd zal de Limburger tien keer de grid opgaan
‘Ja dat wordt wel een dingetje’ zegt Frijns tegen de Telegraaf. ‘Ik heb de laatste jaren altijd een druk schema gehad, dus ik ben wel wat gewend. Maar twaalf wedstrijden in drie weken tijd is wel iets anders. Ik kan nu wel stoer gaan zeggen dat het allemaal wel losloopt. Maar misschien zeg ik na zes, zeven races wel dat ik het niet ga volhouden.’ Al zal het volgens hem waarschijnlijk niet zo’n vaart lopen.
Frijns zal op 1 en 2 augustus twee DTM-races op het Belgische Spa-Francorchamps afwerken, waarna hij 5 en 6 augustus twee Formule E races gepland heeft staan op het oude vliegveld Tempelhof in Berlijn. Ook 8, 9, 12 en 13 augustus zullen daar E-Prix’ van de elektrische raceklasse gehouden worden. Als de Formule E-drukte voorbij is zit het er voor de Limburger echter nog niet op. 15 en 22 augustus zal hij nog af moeten reizen naar de Lausitzring om weer in de DTM mee te scheuren.
Hij is niet de grootste fan van het circuit in Berlijn: ‘Het is te hopen dat onze auto en beetje goed gaat daar. Stel dat de snelheid tegenvalt en je moet nog vijf races rijden, dan ziet het er niet rooskleurig uit. En ik kan de puntjes goed gebruiken’ aldus de Limburger tegen de Telegraaf. Hij is blij dat er weer geracet gaat worden: ‘Dat simracen vond ik wel leuk om af en toe een uurtje te doen, maar iemand die crasht en vijf seconden later weer op de baan staat… Tsja, ik ben blij dat ik weer in een echte auto mag zitten’ besluit Frijns.