Audi Sport Team Abt-coureur Nico Müller heeft de eerste race van het DTM-seizoen op zijn naam geschreven. Zijn Nederlandse teamgenoot Robin Frijns moest genoegen nemen met plek negen, nadat zijn banden in de laatste tien minuten helemaal af waren en hij de derde plek die hij in handen had niet meer kon verdedigen.
Frijns kwam goed weg bij de start. De Nederlander mocht voor het eerst in zijn carrière vanaf pole position beginnen. Er stonden trouwens maar vijftien auto’s aan de start. De auto van Ferdinand Habsburg kon niet op tijd gerepareerd worden na zijn crash vanmorgen tijdens de vrije training om mee te kunnen doen.
Al in de eerste ronde was Sheldon van der Linde de eerste met problemen. De Zuid-Afrikaan reed als beste BMW-coureur zesde toen hij ineens flink vaart minderde. Hij ging na een korte pitstop wel weer de baan op, maar helaas was dat van korte duur, want een ronde later dook hij weer de pits in en werd zijn auto de garage ingeduwd. In ronde zeven kwam Van der Linde weer naar buiten en ging het met drie rondes achterstand toch nog proberen.
In ronde vijf kwam Nico Müller langszij bij Robin Frijns. De Nederlander mocht toen dus in achtervolging op zijn merkgenoot. Het enige voordeel voor hem was dat hij op plek twee wel DRS en push-to-pass heeft. Op plek één heb je dat namelijk niet in de DTM. In ronde tien wist Mike Rockenfeller vanaf plek vier knap langs René Rast te rijden. Rockenfeller kwam beter de laatste bocht uit en kon op weg naar Eau Rouge zijn landgenoot passeren.
De eerste geplande pitstop werd gemaakt door diezelfde Rast, met Aberdein vlak achter hem aan. Frijns kon het tempo van Nico Müller niet volgen en ging aan het einde van ronde elf de pits in voor nieuwe banden. Hij klaagde daarbij duidelijk over een gebrek aan grip op de achterbanden. Hij kwam de pitstraat uitgereden vlak achter Rast. Een tegenvaller voor de Nederlander. Na ronde dertien kwam ook Nico Müller binnen, samen met Duval en Glock.
De dominantie van Audi op het circuit van Spa-Francorchamps was vandaag in ieder geval duidelijk te merken. Met nog 20 minuten te gaan waren de eerste vijf plekken allemaal in handen van Audi. De snelste BMW-rijder was op dat moment Wittmann op plek zes.
Met nog twaalf minuten op de klok werd het ineens heel spannend om podiumplek twee en drie. Robin Frijns belandde vlak achter René Rast, met Mike Rockenfeller vlak achter zich. Op Kemmel Straight zette Frijns ‘m naast en langs Rast en ook Rockenfeller ging meteen mee langs de Duitser. Daarna zette hij direct zijn auto naast die van Frijns en reed na het inhalen weg bij de Nederlander.
René Rast kwam direct na de inhaalactie de pits in en klaagde flink over zijn banden. Alle grip van de achterbanden was weg, zo liet hij blijken. Hij ging met nieuw rubber naar buiten en achteraf gezien was dat misschien maar beter ook. De camera’s toonden naderhand de vervangen banden en die waren flink aangeslagen.
Helaas kon Frijns de derde plek waarop hij op dat moment reed niet vasthouden. Met nog ruim zeven minuten te gaan verloor hij in twee bochten tijd twee plaatsen. De banden van de polesitter waren waarschijnlijk net als die van Rast helemaal af. Ook Mike Rockenfeller kreeg met bandproblemen te maken en moest Duval en Green aan zich voorbij laten en kukelde dus van het podium af.
Müller reed uiteindelijk eenzaam en alleen naar de eindstreep, met een gat van bijna twintig seconden naar nummer twee Jamie Green, die in de een na laatste ronde Loïc Duval voorbij ging en de Fransman naar de laagste podiumtrede verwees. Robin Frijns kon totaal geen vuist meer maken en duikelde door de bandenslijtage helemaal terug naar plek negen. De Nederlander zal daar alles behalve tevreden mee zijn. Robert Kubica, de debutant van de dag, bleef roemloos steken op plek veertien.