Foto: Getty Images / Red Bull Content Pool
De FIA heeft de reglementen voor de seizoenen 2020, 2021 en 2022 goedgekeurd. Daarmee is nu onder andere een budgetplafond van 145 miljoen dollar ingesteld.
Duurzaamheid en spanning zijn de ideeën achter het budgetplafond. In eerste instantie was deze vastgesteld op 175 miljoen, maar de coronacrisis dwong de organisatie tot een verdere verlaging. Voor Ferrari was 145 miljoen dollar de absolute ondergrens en waarschijnlijk om hen te vriend te houden, is het dat bedrag uiteindelijk geworden. Dat plafond ligt echter niet voor de komende jaren vast. Elk jaar gaat het plafond zelfs nog iets omlaag. Van dus 145 miljoen in 2021 naar 135 miljoen dollar in 2023. Kosten voor de ontwikkeling van motoren en salarissen van coureurs vallen nog altijd buiten die kostenlimiet.
Ook mogen er vanaf dit jaar door de teams minder aerodynamische tests gedaan worden. De best-presterende teams mogen straks bijvoorbeeld nog maar 90% van een vastgesteld aantal uren in de windtunnel doorbrengen, terwijl de slechtst-presterende teams 110% mogen gebruiken. Motorleveranciers is het vanaf dit jaar al hun producten minder lang op de testbank hebben draaien. Daarnaast is de doorontwikkeling van de auto nu onderhevig aan een ’tokensysteem’: elke ontwikkeling kost een door de FIA vastgesteld aantal tokens. En omdat elk team maar een beperkt aantal tokens heeft, moet er dus slim gekozen worden waar wel en niet in wordt geïnvesteerd. Dit helpt mee aan de koers van kostenreductie die nu ingezet wordt door de organisatie.
Daarnaast is de doorontwikkeling van veel onderdelen bevroren voor de overgang van 2020 naar 2021. Er mag onder andere niets veranderd worden aan het chassis en de versnellingsbak. De auto’s zullen dus in 2021 voor een groot deel hetzelfde zijn als in 2020. Dit om geld vrij te maken voor de ontwikkeling van de 2022 auto, die heel anders wordt dan de huidige auto. Vanaf 2021 mag er ook nog maar één motorupgrade gedaan worden. Vanaf 2023 wordt de ontwikkeling zelfs helemaal bevroren.