De Formule 1 wordt de kweekvijver van honderd procent duurzame brandstof. Het moet evenveel vermogen leveren als fossiele brandstof en te gebruiken zijn voor personenauto’s. Dit ambitieuze plan is vanmiddag door de F1 gepresenteerd.

De Formule 1 zet niet in op elektrisch rijden, maar streeft wel een groen imago na. In de afgelopen jaren zijn de eerste stappen al gezet. Motoren gaan niet langer één race mee, maar teams hebben nog slechts drie motoren per seizoen. Sinds 2014 maakt de sport gebruik van hybride-motoren, maar ook in de paddock worden maatregelen genomen. Zo verdwijnen onder meer de plastic flesjes.

De brandstof gaat in de komende jaren ook veranderen. De eerste veranderingen worden komend seizoen geïntroduceerd. Dan gaat de F1 rijden op fossiele brandstof met 10 procent bio-ethanol. Voor komende jaren is de ontwikkeling van motoren bevroren, maar als rond 2026 het nieuwe motorreglement wordt geïntroduceerd, worden bolides aangedreven met honderd procent duurzame brandstof. 

De formule 1 is al jarenlang de plek waar autofabrikanten ontwikkelingen doen die vervolgens toegepast worden in personenauto’s en dat is ook de bedoeling met de schone brandstof. Noorwegen verwacht dat in 2025 de laatste auto op fossiele brandstof in het Scandinavische land verkocht gaat worden.

De Formule 1 verwacht dat het nog wel even duurt voordat de hele wereld over is op elektrisch rijden. Ze voorspellen dat in 2030 ‘slechts’ tien procent van de auto’s auto’s op aarde volledig elektrisch is. Daarom is het volgens de koningsklasse van de autosport belangrijk om in te zetten op schone verbrandingsmotoren. Daarnaast blijft brandstof volgens de F1 ook belangrijk in andere sectoren zoals de transportsector, de zeevaart en in de luchtvaart.