De Audi van Robin Frijns, afgelopen jaar in Assen (Foto: DTM)
De baas van de autosport-tak van Audi, Dieter Gass, vindt het niet eerlijk hoe het Duitse merk ervan beticht is de DTM de nek omgedraaid te hebben door het onverwachte vertrek uit de raceklasse. Dat laat de Duitser weten in een interview met Motorsport Magazin.
Afgelopen maand liet Audi weten dat het na dit seizoen de DTM de rug toe keert. Vanzelfsprekend waren de reacties vanuit de gelederen van de Deutsche Tourenwagen Masters erg teleurgesteld. Door het vertrek van Audi blijft enkel BMW nog over als constructeur binnen de DTM en lijkt het einde nabij voor de raceklasse, die afgelopen jaar voor het eerst het TT CIrcuit in Assen aan deed.
Maar Dieter Gass, hoofd van de racetak van Audi, vindt de kritiek niet terecht: ”Ik zie het natuurlijk anders. Je moet kijken naar het volledige plaatje. Toen Mercedes vertrok waren er nog maar twee fabrikanten over. Dat was al het moment waarop je zag dat de DTM niet meer ging werken. Toen kwam Aston Martin het nog even proberen, maar er valt over te discussiëren of dit een succes was, of de echte doodsteek voor de DTM” vertelt Gass.
Volgens hem is Audi juist een positieve factor voor de raceklasse geweest: ”Wij waren de eerste die met een klantenteam aan de start verschenen. En tevens zijn wij het enige merk dat in 2020 dat een extra auto op de grid zet ter opvulling. Om ons dan neer te zetten alsof wij de genadeklap hebben uitgedeeld vind ik niet eerlijk” aldus Gass. ”Als Audi er niet was geweest, dan was de DTM al veel eerder opgehouden” besluit hij.
In 2020 rijdt Audi in ieder geval nog mee, weliswaar in haar laatste seizoen. In het weekend van 4 tot en met 6 september doet het Duitse racecircus het TT Circuit in Assen aan.